Als kunstenaar beheerst Marcel Maeyer
diverse disciplines van schilderkunst, tekenen, beeldhouwen tot de
installatiekunst. Hij is de eeuwige zoeker. Maeyer neemt gestaag
nieuwe uitdagingen aan en analyseert daarbij allerlei plastische
probleemstellingen.
In de jaren zestig breekt hij, al autodidact, door met de cyclus
Vies des XII Césars, autobiografische keizers in de mythe van de
toen heersende Pop-Art en die op een ironische manier refereren
naar de antieke cultuurbeleving. In een volgende decade gaat hij de
weg op van het hyperrealisme. Het hoogtepunt uit zijn carrière is
ontegensprekelijk zijn aanwezigheid op Documenta IX (1992) te
Kassel, waarvoor hij door Jan Hoet werd geselecteerd.
Hoewel hij zich zelf, in de beeldende kunst, autodidact noemt,
moet meegegeven worden dat hij Geschiedenis en kunstgeschiedenis
studeerde aan de Gentse Rijksuniversiteit. Hij was daarna
adjunct-conservator van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in
Brussel en conservator aan het MSK in Antwerpen. Als je weet dat
Marcel Maeyer ook lange tijd docent en hoogleraar was aan de Gentse
universiteit en directeur van het Seminarie Plastische Kunsten in
Europa, kan je gerust stellen dat hij zich, naast het intellect,
ook een deel van de techniek bij de plastische kunst zal
'toegeëigend' hebben.
Kenmerkend bij zijn oeuvre zijn de seriële uitbouw van
opeenvolgende, gedifferentieerde thema's en de afstand tussen de
kunstenaar en de uitgebeelde realiteit.
Marcel Mayer leeft en werkt in de landelijke rust te Sint-Martens-Latem.