Jan Fabre genoot zijn artistieke opleiding aan het Stedelijk Instituut voor Sierkunsten en aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen. De voorbije vijfentwintig jaar heeft hij zich niet enkel bewezen als beeldend kunstenaar, maar ook als performancekunstenaar, theatermaker, choreograaf, operamaker en auteur. In eender welk genre dat hij bespeelt, slaagt hij er in om telkens de grenzen te verleggen.
Het is een feit dat Jan Fabre één van de belangrijkste beeldende kunstenaars van zijn generatie is, maar door zijn veelzijdigheid als kunstenaar is het niet makkelijk om aan te duiden waar dat belang precies ligt.
Hij begon met zijn eerste theaterteksten tussen 1976-1980. Hij werd bekend door zijn speciale perfomances. Hij stak bijvoorbeeld het geld van het publiek in brand en in de as tekende hij tekeningen. In 1978 maakte hij tekeningen met zijn eigen bloed in zijn perfomance'My body, my blood, my landscape'.
Tussen 1976 en 1980 begon hij met theaterstukken te schrijven.
Als tekenaar staat hij bekend om zijn 'Bic-Art'. (Tekeningen met balpen).
Vanaf de jaren '90 speelden de kevers een belangrijke rol in zijn werken. In opdracht van koningin Paula belegde hij het plafond van de grote spiegelzaal en de luchter van het koninklijk paleis in Brussel.Hij gebruikte daarvoor anderhalfmiljoen groen-blauwglinsterende schilden van Thailands-exotische juweelkevers (scarabees).
In 1992 krijgt hij erkenning en schenkt men hem de prijs van de Vlaamse gemeenschap voor beeldende kunst.
Vaak terugkomende elementen in zijn werken zijn het besef aan het feit dat mensen sterfelijk zijn, allegorieën en het gevecht tussen de engelen en de duivel.
Jan Fabre zelf noemt zijn werken 'een ode aan de verbeelding van de leugenaars'.
Naar het einde van de jaren ’90 toe ging hij over tot het maken van sculpturen, o.a. het inpakken met ham van de majestueuze zuilen van de Gentse universiteitsaula (2000) en ‘de astronaut die de zee dirigeert’(2006).